Ex-bankier speelt sleutelrol bij Romeinse schatvondst

Auteur(s): Redactie / Vera Bos

Anton Cruysheer

Interview met Anton Cruysheer

door Vera Bos

Onder de rook van Utrecht, in Bunnik, werd anderhalf jaar geleden een wereldvondst gedaan: een schat van 404 Romeinse en Britse munten. De ontdekking van een Romeinse schat in Bunnik had niet alleen lokale maar ook internationale impact. Anton Cruysheer, een expert op het gebied van munten, was nauw betrokken bij deze bijzondere vondst. ”Ik ben daar de afgelopen 15 maanden goed druk mee geweest," vertelt hij. Nadat de muntschat door het Rijksmuseum van Oudheden werd aangekocht, ontstond er veel internationale belangstelling voor de vondst. Cruysheer sprak met verschillende media, en het nieuws werd breed uitgemeten, onder andere in het Achtuurjournaal en in The Guardian. Hij benadrukt de historische waarde van de vondst in Bunnik, die in de context van de Romeinse verovering van de Britse eilanden geplaatst kan worden. De munten bieden dan ook een uniek en concreet inzicht in een bepalend moment van de Europese geschiedenis.
Het is niet verwonderlijk dat de media Cruysheer graag willen spreken. Niet alleen is hij direct betrokken bij de vondst vanwege zijn rol als Manager Erfgoed bij Landschap Erfgoed Utrecht, maar hij geldt ook als één van Nederland’s vooraanstaande experts op het gebied van de muntkunde.
Zijn betrokkenheid bij de schatvondst is het resultaat van jarenlange ervaring en een diepe passie die al in zijn jeugd ontstond. In 1981, toen Anton zo'n zes jaar oud was, kochten zijn ouders een metaaldetector. Als kind was hij gefascineerd door alles wat uit de grond kwam tijdens deze metaaldetector zoektochten en het riep allerlei vragen bij hem op: Wat betekent dit? Hoe oud is het? Waarvoor is het gebruikt? Deze nieuwsgierigheid leidde tot zijn liefde voor historische munten, die hij omschrijft als "kapstokken van de geschiedenis”.

Na zijn opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming aan de Hogeschool van Utrecht en een master in Archeologie en Cultureel Erfgoed Management, begon Anton zijn carrière bij het Archeologisch Diensten Centrum (ADC) als archeoloog en erfgoedadviseur. In deze rol floreerde hij als verbinder: ‘Ik ben eigenlijk vooral óók iemand die over de grenzen van de vakgebieden heen kijkt en daar lijntjes bij elkaar brengt’’. Toen in 2006 de subsidie opdroogde, moest hij het ADC verlaten en vond hij een baan bij ABN AMRO. Hoewel hij gedwongen werd de erfgoedsector te verlaten, greep hij de kansen die zijn nieuwe werkgever hem bood met beide handen aan. Van klantadviseur werkte hij zich op tot Business Process Manager en was hij voor de helft van zijn tijd lid van het dagelijks bestuur van de centrale medezeggenschapsraad en lid van de vertrouwenscommissie voor het aanstellen van bestuurders en commissarissen van de bank .
In die periode was Cruysheer ook voorzitter van de lokale archeologische vereniging en deed hij onderzoek naar, voornamelijk, middeleeuwse munten. Hij ontdekte dat hij zijn passie voor het ontrafelen van complexe vraagstukken en het delen van zijn bevindingen goed kwijt kon in de numismatiek. Zijn enthousiasme is voelbaar wanneer hij erover spreekt. Volgens Cruysheer zijn munten niet alleen fysieke objecten, maar ook informatiedragers. Munten vertellen ons namelijk veel over de graven en bisschoppen en geven ons unieke inzichten in de beweging van mensen en goederen. Daarnaast zijn munten beelddragers en daardoor doorspekt met symboliek. Deze combinatie maakt ze waardevol voor uiteenlopende vakgebieden, zoals de geschiedschrijving, iconografie, taalkunde en archeologie.

Anton ziet ook veel kansen voor de toekomst van zijn vakgebied. Zo is hij van mening dat er nog veel te winnen valt in het uniformeren van databases. Elk museum, archief en website hanteert zijn eigen zoektermen en omschrijvingen voor munten. Als die informatie uniform gepresenteerd kan worden aan de hand van unieke referentiebeschrijvingen per munttype, heeft dat enorme gevolgen voor de onderzoeksmogelijkheden. Het zou nationale én internationale analyses mogelijk maken. Dit zou diepgaande inzichten kunnen geven in de ontwikkeling van het geldgebruik en economie, stedelijke ontwikkeling met hun tollen en markten, machtsystemen en handelsrelaties.
In 2018 nam Anton afscheid van de ABN AMRO om te gaan werken bij Landschap Erfgoed Utrecht. Zoals de naam van de stichting al suggereert, is het takenpakket van de stichting verdeeld over twee takken, waarvan Cruysheer de manager is van de erfgoedlijn. Hieronder valt onder andere: erfgoededucatie, een online verhalenplatform en het ondersteunen en verbinden van diverse erfgoedorganisaties zoals historische verenigingen, archeologische vrijwilligers, musea en archieven. Ook hebben ze een, eerder genoemde, Meldpunt Archeologie.
Dat de Romeinse muntschat uit Bunnik nu zijn plek heeft gevonden in de collectie van het RMO, moet voor Cruysheer een opluchting zijn. Hij geeft aan dat de huidige wet- en regelgeving niet garandeert dat archeologische vondsten op privéterrein niet aan buitenlandse verzamelaars worden verkocht. Dit geldt zelfs voor vondsten van nationaal belang. Zelf pleit hij dan ook voor een aanpassing van de wetgeving waardoor ook deze vondsten veiliggesteld worden en toegankelijk worden voor zowel publiek als wetenschap. De schatvondst uit Bunnik is vanaf heden te bewonderen in de vaste tentoonstelling van het RMO: Nederland in de Romeinse tijd.

Wil je meer weten over Anton Cruysheer’s projecten en werkzaamheden? Of hem een vraag stellen naar aanleiding van dit artikel? Dat kan! Hij heeft namelijk een profiel op de website Ontstaan van Holland, waar je ook zijn contactgegevens kunt vinden.